donderdag 7 mei 2009

"Lankmoedigheid is een mooie term"

Afgelopen week presenteerden de SGP-jongeren op het voorjaarscongres Kernideeën, de nieuwe beginselverklaring. Samen met scheidend voorzitter Jan Kloosterman gaf ik een interview aan het Reformatorisch Dagblad. Kernideeën is geschreven door Geert Schipaanboord, Jan Kloosterman en ikzelf.

Jullie pleiten voor een verdraagzame overheid. Dat is toch heel wat anders dan een overheid die de valse godsdiensten uitroeit?
SGP-jongerenvoorzitter Jan Kloosterman: „Nee, wel is de volgorde van de dingen belangrijk. De overheid is wel degelijk geroepen een bijdrage te leveren als het gaat om het inrichten van de samenleving naar Gods Woord. De instrumenten die haar ter beschikking staan zijn niet allereerst en allermeest geschikt. Een verandering van denken die tot een andere overtuiging leidt, kan alleen door de kracht van Gods Woord bereikt worden. Het instrument van de Woordbediening is aan de kerken gegeven. Daarom moeten we het daar allereerst van verwachten.”

SGP-jeugdwerkadviseur Dirk Jan Nijsink: „Een christelijk verdraagzame staat, daar spreken wij over. De mooie term ”lankmoedigheid” mogen we wel vaker noemen, in theocratisch perspectief: dat wil zeggen in de wetenschap dat ”God regeert”. Andere godsdiensten dan de christelijke zijn geen waarheid en hoeven door de overheid niet gesteund te worden. Het christelijke betekent dat het christendom en zijn ethiek weerslag vinden in wetten en regels in ons land. De overheid is er om de kerk te bieden wat zij nodig heeft. De overheid mag de waarheid niet onderdrukken en de leugen boven haar stellen.”

Is er nog verschil tussen jullie opvattingen over tolerantie en die van de ChristenUnie?
Nijsink: „De ChristenUnie lijkt vooral op de lijn te zitten van godsdienstpluralisme. Wij kiezen daar absoluut niet voor. Tolerantie moet je helder definiëren. Het gaat om iets waar je wat aan kunt doen en zou willen doen, maar wat je nalaat, bijvoorbeeld om chaos te voorkomen. Principieel wijs je daarmee de valse religie af.”

Kloosterman: „Er is zeker verschil. De zeggingskracht en het gezag van Gods Woord geldt iedere burger en ook de overheid. Dat is en blijft ons uitgangspunt. Pragmatische politiek en de mate van compromissen heeft een principiële grens. Het interview met vicepremier Rouvoet, vorige week in deze krant, heeft duidelijk gemaakt hoe ver de ChristenUnie kan en wil gaan in het sluiten van compromissen. Wat ons betreft is dat te ver.”

Toch zijn jullie wat minder expliciet ingegaan op het thema vrijheid van godsdienst. Hebben jullie kritiek gehad van het hoofdbestuur op jullie eerdere uitlatingen?
Nijsink: „Er is een goed en open gesprek geweest met kritische vragen. Tegelijkertijd hebben we ook veel lof vanuit de achterban ontvangen. Het gaat ons niet om verandering of om provocerend te zijn. We denken mee. We zien problemen, jongeren die de partij de rug toekeren en kiezers willen duidelijkheid. Het hoofdbestuur wil dat ook. Wij zetten ons in voor dezelfde zaak.

Als het gaat om herkerstening van de samenleving verwachten jullie het van de kerken. Daar komt toch niets van terecht met al die kerkelijke verdeeldheid en onverschilligheid?
Nijsink: „Ja, hier ligt ons pijnpunt. Dat moet ons ook wel met schaamte vervullen. Maar laten we een wedervraag stellen. Als de kerken verdeeld zijn betekent dit toch niet dat de SGP, de taken maar moet overnemen die de kerk heeft? We moeten leren niet groot te denken van de overheid.”

Staat de SGP, die zich beroemt op haar interkerkelijkheid, haar eigen ideaal in de weg?
Kloosterman: „Het omgaan met verschillen zal het verschil in dezen maken. Wat ons betreft is het leidende motief echter kwaliteit van bestuurders en politici en moet de kerkelijke verscheidenheid zo veel mogelijk genivelleerd worden door elkaar op te zoeken in de punten die ons binden.”

De beginselverklaring is inmiddels ook op diverse blogs besproken:

Beginselverklaring SGP-jongeren

APELDOORN – De SGP-jongeren pleiten voor „een christelijke verdraagzame staat.”

Artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, waarin wordt gesproken van het weren en uitroeien van valse godsdiensten, moet in dat kader worden gelezen. „Het bewaart voor een al te prestigieuze doelstelling in de politiek.”

Dat schrijven de SGP-jongeren in een beginselverklaring die zaterdag op hun congres in Apeldoorn wordt gepresenteerd. Niet de overheid, maar de kerken dienen een centrale rol te vervullen bij de terugkeer van Nederland tot het christelijk geloof.

„Laten we niet te groot denken van de invloed die de overheid heeft en niet te klein denken van de kracht van de kerken”, zo staat in het basisdocument “Kernideeën”.

Volgens de SGP-jeugd zijn wetgeving en zwaardmacht niet de juiste instrumenten om het evangelie te verbreiden. Daarom moet de overheid zeer terughoudend zijn om zaken op het gebied van levensovertuiging te willen veranderen.

„Voor een christen-politicus staat de decaloog (de tien geboden, red.) niet los van verdraagzaamheid. Lankmoedigheid -het loopt God niet uit de hand- past. Deze nuance laat ruimte voor andersdenkenden.”

De onderscheiden taken van staat en kerk moeten er niet toe leiden dat de partij verzandt in getuigenispolitiek. „Een christenpoliticus getuigt desnoods met woorden, maar eerst met zijn daden”, zo staat in het document.

De jongeren aanvaarden de democratische rechtsstaat als plaats waarin een christenpoliticus zijn werk doet: „De democratie geeft christenen een stem in het gesprek in de samenleving.”

Theocratie staat voor de SGP-jeugd niet tegenover democratie: „De theocratie is voor de SGP-jongeren nooit af te schaffen, omdat het een werkelijkheid is die van de enige en drieënige God uitgaat. De theocratie is voor de levende Kerk van Jezus Christus tot troost: De Heere regeert en bestuurt alle dingen naar Zijn wil.”

BRON: Reformatorisch Dagblad, 1 mei 2009