maandag 14 september 2009

Religieus onderwijs heeft waarde

Samen met Frank Verhoef en Wouter van den Berg schreef ik vorige week een artikel in De Volkskrant. Dit naar aanleiding van de uitlatingen van Kamerleden Jasper van Dijk (SP) en Tofik Dibi (GroenLinks). Laatstgenoemde zei zelfs een wetsvoorstel in de maak te hebben om ervoor te zorgen dat orthodoxe scholen straks ook leerlingen toe moeten laten waarvan de ouders de grondslag respecteren. Ongemerkt proberen intolerante toleranten hun visie, bijvoorbeeld op burgerschap en het overbrengen daarvan, op te leggen aan iedereen, en wel door middel van de grote arm van de overheid. Het leverde een storm aan reacties op.

Op de forums van volkskrant.nl en De Dagelijkse Standaard werd heftig gediscussieerd. Veel emotie, weinig argumenten. Opmerkelijk was ook de reactie van de Jonge Democraten, twee dagen alter in De Volkskrant. Een standpunt dat al bekend was, aangezien een artikel van dezelfde strekking al een paar maanden eerder in het Reformatorisch Dagblad had gestaan. Ik kan niet anders concluderen dan dat Rob Jetten en Thijs Kleinpaste weinig hebben begrepen van de inhoud van de christelijke religie. Bovendien misbruiken zij de term vrijheid om mensen die daar een andere visie op hebben hard af te straffen, nota bene weer via de overheid. We zitten hier midden in een ideologisch fel debat. En dat is nodig ook. Helaas heb ik het nare gevoel dat maar weinig orthodoxe christenen (willen) door hebben, welke argumenten er uitgewisseld worden en welke wending de discussie zomaar kan krijgen.

Het is heel fijn om te merken dat Rob Jetten en Thijs Kleinpaste mijn geloofsopvattingen niet uit handen willen slaan, maar in het onderwijs mogen deze geen plaats hebben. Zij zeggen: religie moet de handen van het onderwijs afhouden. Ik zeg: de overheid moet de handen van het onderwijs afhouden. En ik wordt daarin gesteund door de voorzitter van de WRR, prof. dr. W. B. H. J. van de Donk. Tijdens de opening van het academisch jaar in Kampen stelde hij: "Als het aan mij zou liggen, krijgt die klassieke vorm van confessioneel onderwijs dus duurzaam bescherming."

Een citaat uit het artikel in De Volkskrant: “De Jonge Democraten willen onderwijs waarin kinderen niet leren wat ze moeten vinden, maar wat ze mogen vinden.” In de eerste plaats ben ik van plan te emigreren als dit de inhoud van ons onderwijs wordt. Deze vrijblijvendheid zal de morele chaos alleen maar vergroten. In de tweede plaats ben ik ervan overtuigd dat het onthouden van een duidelijk wereldbeeld evengoed het opleggen van een wereldbeeld is. Een wereldbeeld waarin elk individu zijn of haar eigen waarheid gecreëerd en er niet zoiets bestaat als algemeen gedeelde waarden en opvattingen. Hier ligt volgens mij de zwakte van deze doorgeschoten “pretliberalen”. Er bestaat altijd zoiets als een moreel stelsel. Ieder weldenkend mens zal het afwijzen van kannibalisme geen kwestie van smaak noemen. Ook zij moeten toegeven dat moraal niet uit de lucht komt vallen, ook voor christenen niet, maar dat er zoiets bestaat als een traditie waarin zoiets tot stand komt. Wat dat betreft heeft het christendom zich wel bewezen de afgelopen eeuwen. Ook als het gaat om het doorgeven van deze cultuur en beschaving. Dat is de kern van goed onderwijs. Met de ideeën van Jetten en Kleinpaste zal weldra het donker van de nacht over ons komen.

maandag 7 september 2009

Tel je zegeningen, of…?

Geert Wilders is weer nieuws. Een tijdje ging de PVV in de peilingen omlaag, vermoedelijk door de relatieve mediastilte rond de partij en persoon van Wilders. Nu kan Wilders zich weer kwaad maken en dan is hij op z’n best. Wilders wil niets anders dan gezien worden als de buitenstaander, iemand die door de elite genegeerd wordt. En dat lukt opnieuw.

Zijn politieke tegenstanders maken duidelijk dat meneer Wilders vragen stelt die niet kunnen en zetten hem hiermee opnieuw buiten het establishment - wat hij ook alleen maar wil. Bovendien zet hij zichzelf ook vakkundig buitenspel. Wilders, zo is mijn conclusie, is een politieke rat die zijn tegenstanders altijd weer te slim af lijkt te zijn. Zelfs als het even tegenzit. In ieder geval is Wilders een ideologische Kameleon die van links naar rechts schiet. Werken na de vijfenzestigste verjaardag hoeft van Geert Wilders nooit. Daaraan toegevoegd stelt hij dat de PVV nooit wil regeren met partijen die de AOW-gerechtigde leeftijd willen opschroeven. Zo, nu staat Wilders er opnieuw buiten. De echte reden is dat Geert Wilders geen regeringsverantwoordelijkheid wil. Maar wie heeft dat in de gaten?

De PVV maakt slim gebruik van het knullige optreden van zijn politieke tegenstanders. Eén van die tegenstanders luistert naar de naam Eberhard van der Laan, de integratieminister. Een tijdje geleden spraken de ministers onderling af Wilders harder te gaan aanpakken. Blijkbaar leest geen van de bewindslieden De Volkskrant, aangezien net een aantal weken daarvoor Jacques Monasch helder uiteenzette hoe Wilders in elk geval niet benaderd moet worden (zie mijn blog De splinter en de balk). Nu lukt het de PVV bij monde van Kamerlid Fritsma weer. En eerlijk is eerlijk: hij maakt slechts gebruik van de ruimte die hem geboden wordt. De PVV in een verklaring over de magere resultaten die het kabinet als antwoord ga op de Kamervraag van de PVV om inzichtelijk te maken wat allochtonen kosten: “het is een botte belediging van de Kamer en de kiezer dat minister Van der Laan in zijn elitaire arrogantie stelt niet eens geïnteresseerd te zijn in de kosten van niet-westerse allochtonen.” Een dergelijk antwoord kan alleen de PVV geven, maar iets van deze verontwaardiging snap ik wel. Je kan er als beweging namelijk electoraal garen bij spinnen. Van Eberhard van der Laan snap ik alleen helemaal niets.

Een kabinet dat er stellig van overtuigd is dat immigratie een “zegen” voor de Nederlandse samenleving is, maar weigert een overzicht te geven van de kosten en opbrengsten van de fenomeen vind ik niet geloofwaardig. “Tel je zegeningen”, zo luidt het gezegde. Het kabinet kan niet tellen en zo blijft “de wens de vader van de gedachte.” Als de kiezer ingrijpt is het te laat. Het kabinet is er om problemen op te lossen, als we niet weten hoe groot het probleem is kunnen we het ook niet oplossen.