“Elk staatsgebouw waggelt, zo het niet rust op christelijk-historische grondslag.” (Mr. G. Groen van Prinsterer)
Zaterdag 27 maart was ik op de ‘Partijdag’, de Algemene Vergadering van de SGP. Het was een bijzondere aflevering, omdat partijleider Bas van der Vlies voor de laatste keer zijn traditiegetrouwe ‘partijrede’ hield. Het betoog van Bas van der Vlies kenmerkte zich door een christelijk-historische geest. Van der Vlies noemde namen als Groen van Prinsterer, Alexis de Toqueville en citeerde Dietrich Bonhoeffer, Willem Aalders (Burger van twee werelden) en ds. J.T. Doornenbal (de Wetten van het Koninkrijk).
Op een manier zoals we die van Van der Vlies kennen hekelde hij het gelijkheidsdenken dat een soort nieuwe religie lijkt te zijn in Nederland: “Als een zware deken wordt dit beginsel over onze samenleving uitgerold (…) Klassieke en christelijke opvattingen, waarin de gestolde wijsheid van veel generaties en culturen bijeen zijn gebracht, worden gekneveld of zelfs gecriminaliseerd. Religie mag dan nog wel, maar de “seculiere synode” bepaalt de grenzen van de godsdienstvrijheid”.
De rede van Van der Vlies was inspirerend en fris. De scheidend partijleider liet blijken dat de SGP een voluit christelijke partij is met een conservatief karakter: bevindelijke diepte en katholieke breedte:
“Kern van de zaak die hier ten diepste speelt, is welke ruimte er in onze samenleving geboden blijft worden om consequenties te verbinden aan ons verstaan van de Heilige Schrift, die reiken tot in het publieke domein. Deze vraag reikt tot ver voorbij de zogeheten vrouwenkwestie in de SGP. Het gaat daarbij uiteraard niet om zo maar een opvatting van eigen snit en bedenksel, maar om een verstaan van de Heilige Schrift in gebondenheid aan de belijdenis van de protestantse en rooms-katholieke kerken in een eeuwenoude traditie.”
In de christelijk conservatie of christelijk-historische benadering van de democratische rechtsstaat speelt het belang van (ongeschreven) wetten, tradities en regels, die in de christelijke religie als moreel kapitaal liggen opgetast, een belangrijke rol. Zonder dit culturele fundament ontstaat er een geur van ontbinding rondom democratie en rechtsstaat. Van der Vlies: “Onze boodschap is toch dat de teloorgang van het christelijke culturele fundament onder bijvoorbeeld democratie, rechtsstaat en economie een belangrijke, zo niet de doorslaggevende oorzaak is van alle actuele problemen waar onze samenleving onder gebukt gaat.”
Om het met Groen te zeggen: “Als in de Staat het christelijke beginsel niet meer de boventoon heeft, zal het anti-christelijke beginsel, in de staatsvorm genesteld, tegen al wat aan een christelijke Natie nog heilig en dierbaar is, worden gekeerd!”
Taal naar mijn hart.
De uitgebreide rede van Bas van der Vlies is hier te lezen.
Bekijk ook de ‘partijrede’.
Zaterdag 27 maart was ik op de ‘Partijdag’, de Algemene Vergadering van de SGP. Het was een bijzondere aflevering, omdat partijleider Bas van der Vlies voor de laatste keer zijn traditiegetrouwe ‘partijrede’ hield. Het betoog van Bas van der Vlies kenmerkte zich door een christelijk-historische geest. Van der Vlies noemde namen als Groen van Prinsterer, Alexis de Toqueville en citeerde Dietrich Bonhoeffer, Willem Aalders (Burger van twee werelden) en ds. J.T. Doornenbal (de Wetten van het Koninkrijk).
Op een manier zoals we die van Van der Vlies kennen hekelde hij het gelijkheidsdenken dat een soort nieuwe religie lijkt te zijn in Nederland: “Als een zware deken wordt dit beginsel over onze samenleving uitgerold (…) Klassieke en christelijke opvattingen, waarin de gestolde wijsheid van veel generaties en culturen bijeen zijn gebracht, worden gekneveld of zelfs gecriminaliseerd. Religie mag dan nog wel, maar de “seculiere synode” bepaalt de grenzen van de godsdienstvrijheid”.
De rede van Van der Vlies was inspirerend en fris. De scheidend partijleider liet blijken dat de SGP een voluit christelijke partij is met een conservatief karakter: bevindelijke diepte en katholieke breedte:
“Kern van de zaak die hier ten diepste speelt, is welke ruimte er in onze samenleving geboden blijft worden om consequenties te verbinden aan ons verstaan van de Heilige Schrift, die reiken tot in het publieke domein. Deze vraag reikt tot ver voorbij de zogeheten vrouwenkwestie in de SGP. Het gaat daarbij uiteraard niet om zo maar een opvatting van eigen snit en bedenksel, maar om een verstaan van de Heilige Schrift in gebondenheid aan de belijdenis van de protestantse en rooms-katholieke kerken in een eeuwenoude traditie.”
In de christelijk conservatie of christelijk-historische benadering van de democratische rechtsstaat speelt het belang van (ongeschreven) wetten, tradities en regels, die in de christelijke religie als moreel kapitaal liggen opgetast, een belangrijke rol. Zonder dit culturele fundament ontstaat er een geur van ontbinding rondom democratie en rechtsstaat. Van der Vlies: “Onze boodschap is toch dat de teloorgang van het christelijke culturele fundament onder bijvoorbeeld democratie, rechtsstaat en economie een belangrijke, zo niet de doorslaggevende oorzaak is van alle actuele problemen waar onze samenleving onder gebukt gaat.”
Om het met Groen te zeggen: “Als in de Staat het christelijke beginsel niet meer de boventoon heeft, zal het anti-christelijke beginsel, in de staatsvorm genesteld, tegen al wat aan een christelijke Natie nog heilig en dierbaar is, worden gekeerd!”
Taal naar mijn hart.
De uitgebreide rede van Bas van der Vlies is hier te lezen.
Bekijk ook de ‘partijrede’.