APELDOORN – De SGP-jongeren pleiten voor „een christelijke verdraagzame staat.”
Artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, waarin wordt gesproken van het weren en uitroeien van valse godsdiensten, moet in dat kader worden gelezen. „Het bewaart voor een al te prestigieuze doelstelling in de politiek.”
Dat schrijven de SGP-jongeren in een beginselverklaring die zaterdag op hun congres in Apeldoorn wordt gepresenteerd. Niet de overheid, maar de kerken dienen een centrale rol te vervullen bij de terugkeer van Nederland tot het christelijk geloof.
„Laten we niet te groot denken van de invloed die de overheid heeft en niet te klein denken van de kracht van de kerken”, zo staat in het basisdocument “Kernideeën”.
Volgens de SGP-jeugd zijn wetgeving en zwaardmacht niet de juiste instrumenten om het evangelie te verbreiden. Daarom moet de overheid zeer terughoudend zijn om zaken op het gebied van levensovertuiging te willen veranderen.
„Voor een christen-politicus staat de decaloog (de tien geboden, red.) niet los van verdraagzaamheid. Lankmoedigheid -het loopt God niet uit de hand- past. Deze nuance laat ruimte voor andersdenkenden.”
De onderscheiden taken van staat en kerk moeten er niet toe leiden dat de partij verzandt in getuigenispolitiek. „Een christenpoliticus getuigt desnoods met woorden, maar eerst met zijn daden”, zo staat in het document.
De jongeren aanvaarden de democratische rechtsstaat als plaats waarin een christenpoliticus zijn werk doet: „De democratie geeft christenen een stem in het gesprek in de samenleving.”
Theocratie staat voor de SGP-jeugd niet tegenover democratie: „De theocratie is voor de SGP-jongeren nooit af te schaffen, omdat het een werkelijkheid is die van de enige en drieënige God uitgaat. De theocratie is voor de levende Kerk van Jezus Christus tot troost: De Heere regeert en bestuurt alle dingen naar Zijn wil.”
BRON: Reformatorisch Dagblad, 1 mei 2009
donderdag 7 mei 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten